Algemene Kinderbijslagwet
Artikel 17e
1
Een boete wordt opgelegd binnen een jaar nadat de Sociale verzekeringsbank de verzekerde, dan wel de persoon aan wie op grond van artikel 21 kinderbijslag wordt betaald, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17b, vierde lid, in de gelegenheid heeft gesteld zijn zienswijze naar voren te brengen. Indien terzake aangifte is gedaan of proces-verbaal is opgemaakt en ingezonden vangt de termijn van een jaar aan op de dag na die waarop het openbaar ministerie aan de Sociale verzekeringsbank heeft medegedeeld dat geen strafvervolging wordt ingesteld.
2
Een boete wordt in elk geval niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de desbetreffende gedraging heeft plaatsgevonden.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AE3448, Hoger beroep, 00/1212 AKW
Rechtsoort
Sociale zekerheid
Datum uitspraak
20-02-2002
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Hoger beroep
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Centrale Raad van Beroep00/1212 AKW U I T S P R A A K in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats] (Marokko), appellant, en de Sociale Verzekeringsbank, gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Bij besluit van 23 september 1997 heeft gedaagde geweigerd aan appellant over het tweede en derde kwartaal van 1997 kinderbijslag ten behoeve van zijn zoon [A...